Saturday 21 August 2010

Hondenmanieren en het verwezenlijken van je potentieel

Ik heb een duitse herder van 13 jaar oud. Dat is overigens zeer oud voor een rashond. Toen ik hem net had als pup, heb ik geleerd dat wanneer je niet voldoende doet met de hond en waar deze voor toegerust is, en wat een beroep zal doen op zijn intelligentie en snuffelvermogen, en het bewaken van het baasje en wat al niet meer, deze ongewenst gedrag zal vertonen. Ongewenst gedrag zoals bijten aan meubilair of het verwoesten van je schoenen.


Omdat ik inderdaad niet altijd de drie gewenste uren per dag besteedde aan het wandelen, speuren, pakwerk en kammen van mijn hond… (sorry hond), ging hij dan ook wel eens ongewenst gedrag vertonen.

Dit gedrag was het onophoudelijk aanbieden van een speeltje, om door de ontvanger weer weggegooid te worden. Als het speeltje niet voorhanden(poten) was, was een blaadje, een takje, een plukje haar, maakt niet uit. Een piepklein flapje van iets wat daar in een plasje van kwijl op mijn broek lag, terwijl hij wanhopig en gretig naar me keek, anticiperend met zijn intelligentie, verlangend dat ik het weg zou gooien, zodat hij het kon zoeken en vinden met zijn buitengewoon reukvermogen, kon aanvallen met zijn kracht en snelheid, en terug kon brengen naar zijn baasje, trouw en loyaal als hij is. Dank je wel, hier heb ik mijn van speeksel doorweekte flapje weer terug op mijn witte broek. Hij doet het overigens nog steeds.

Mijn punt hier is, dat dit denk ik ook toepasbaar is op mensen. Mensen, kinderen, met hun unieke eigenaardigheden en talenten, eigenschappen waar een beroep op gedaan dient te worden om een zinvol leven te leiden. Om positieve emoties te ervaren. Om in een toestand van flow te geraken, en een betekenisvol mens te kunnen zijn voor anderen. En om geen ongewenst gedrag te gaan vertonen. Helaas zijn de eigenschappen van kinderen niet in een hondenencyclopedie op te zoeken, en af te leiden uit omvang, afkomst, geslacht, ras of leeftijd. Elk kind en mens is uniek en heeft de vrijheid, veiligheid en ruimte nodig om zijn binnenste unieke toegevoegde waarde te kunnen vinden, tonen en toe te kunnen passen om zijn ware potentieel te kunnen verwezenlijken.

Friday 20 August 2010

Antidepressiva onder je zesde levensjaar

Een tijdje geleden haalde ik neusspray voor mijn 2 jarige zoontje. In de bijsluiter stond dat het product bedoeld was voor kinderen tot 6 jaar. En dat het niet gelijktijdig gebruikt dient te worden wanneer uw kind ook antidepressiva inneemt. Wat!? Is het tegenwoordig al normaal dat een kind onder de 6 jaar een antidepressivum krijgt voorgeschreven? Hoe kan dit nou de gang van zaken zijn?


Kinderen en jongeren hebben wereldwijd meer dan ooit te maken met depressies, en met angsten (o.a., Seligman, et. Al. 2009). Daarnaast hebben kinderen en jongeren meer dan ooit te maken met overgewicht, en laatst las ik ook nog iets over een nieuwe trend: infobesitas. Ze versturen meer dan 70 sms berichten op een dag? Ze proberen voortdurend alles op internet te volgen en zijn bang iets te missen, raken er gedeprimeerd van en krijgen slaapproblemen.

In een wereld waarin men nog steeds geneigd is te denken dat geluk en welzijn in materie is uit te drukken en daar ook van afhangt, moet men toch een keer inzien dat de gevolgen niet zijn wat je zou verwachten in een groeiende welvaartsmaatschappij.

Natuurlijk neem ik een diagnose wel serieus en is het een ernstige zaak wanneer een kind deze symptomen vertoont. Ook is het niet zinvol te gaan staan wijzen en roepen naar hoe ‘men’ het doet, wat kan ik nou doen aan dit wat ik waarneem? Ik vind het bizar. Ik heb nog steeds het gevoel dat dat is wat het is, een verzameling symptomen met een label er op. Waar komt het vandaan? Waarom zouden zoveel kinderen een biochemische huishouding in het brein hebben die hier toe leidt? Dat is toch niet logisch of functioneel. Er moet iets over het hoofd worden gezien. We zoeken naar een speld in de verkeerde hooiberg door medicatie als oplossing te zien.

Ik denk dat het onderwijs, opvoeders en verzorgers en de rest van de wereld een positiviteitsboost nodig heeft en een impuls tot vrij denken, creatief denken, jezelf mogen zijn, bijdragen aan geluk ipv aan productie, je talenten te verkennen, dankbaar te zijn, en nog veel meer. Elke dag probeer ik iets te bedenken om iets te schrijven, tekenen, zeggen, doen, zingen, maken of gewoon accepteren en betrokken te tonen, om hieraan een druppel op de gloeiende plaat bij te dragen.